Uitwendige versie bij baby’s in stuitligging

Interview met de verloskundigen Lian van Iersel en Loes Doomen, en de gynaecologen Richard Pal en Esther Timmerman.
(door Jan Joost Kolsteeg)

Naast het uitvoeren van een uitwendige versie door verloskundigen in de verloskundigenpraktijk en door gynaecologen in het ziekenhuis, is er nog een andere mogelijkheid. In Roosendaal bestaat sinds januari 2007 een vrij uniek samenwerkingsverband tussen gynaecologen en verloskundigen. Reden genoeg om eens te kijken hoe ze dat aanpakken.

Waarom is er gekozen voor een samenwerking tussen verloskundigen
en gynaecologen?

De keuze om op deze manier samen te werken is gebaseerd op uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de risico’s van een keizersnede bij stuitbevalling. Aanvankelijk werd gedacht dat een stuitbevalling gevaarlijker was dan een geboorte door middel van een keizersnede. Om het enorme aantal keizersneden als gevolg van een stuitligging binnen de perken te houden, is het dus noodzakelijk het kindje in de juiste positie te krijgen voor de geboorte..
De zwangere vrouw en haar partner hebben het liefst een bevalling met een zo natuurlijk mogelijk verloop en wij onderschrijven deze gedachte. Belangrijk is dus dat we een situatie creëren waarbij we de kans op een natuurlijke bevalling zo groot mogelijk maken.

Hoe ziet die situatie er in de praktijk uit?
In de regio Roosendaal zijn twee zogenaamde versiekundigen uit het team van gynaecologen van het St.Franciscusziekenhuis en twee uit de eerstelijns verloskundigenpraktijken die nauw samenwerken.

Iedereen die bij 35 weken een stuitligging heeft, krijgt een afspraak bij een van de versiekundigen voor de counseling. Degene die in eerste instantie de normale controles uitvoerde is meestal ook degene die de versie doet. Dus bij een normaal verloop van de zwangerschap zal dat de verloskundige zijn. Als er al sprake is van een aandoening waardoor de gynaecoloog de controles uitvoert, zal de gynaecoloog de versie uitvoeren.

Er vindt een uitgebreid gesprek plaats, waarbij alle opties besproken worden.Vervolgens wordt er een echo gemaakt om aanvullende informatie te verkrijgen. Hierbij worden o.a. groei, hoeveelheid vruchtwater en precieze ligging beoordeeld..De zwangere krijgt ook nog de versiefolder mee, zodat ze thuis nog eens alles door kan lezen om een weloverwogen keuze te kunnen maken…
Wij willen alle zwangeren hetzelfde bieden. Daarom is gekozen voor een klinische setting. Een echo en CTG vooraf, weeënremmers en een echo en CTG achteraf. Indien de zwangere geen weeënremmers wenst, is dit geen probleem.

De uitdaging van onze samenwerking is nu om binnen de klinische setting zo goed mogelijk gebruik te maken van de specialistische kennis van de gynaecologen en de vaardigheden van de verloskundigen, zodat we de optimale situatie kunnen creëren voor een versie.

Een van de eerste conclusies was dat de versie niet per se door gynaecologen uitgevoerd hoeft te worden, maar dat verloskundigen dit ook prima kunnen.

Worden de versies altijd in het ziekenhuis gedaan?
Ja. Zo kunnen we alle zwangeren hetzelfde bieden, waar ook wij allemaal volledig achter staan. Tevens wordt er zo één versiecentrum gecreëerd waar expertise, ervaring en resultaten gebundeld worden.

Een punt van discussie, ook binnen de beroepsgroep van de verloskundigen,
is het wel of niet gebruiken van weeënremmers. Meerdere studies geven aan dat het gebruik van weeënremmers een grotere kans op het slagen van de versie zou geven. Er is op dit moment een groot onderzoek gaande waarbij wordt gekeken of het gebruik van weeënremmers echt een voordeel biedt boven het niet gebruiken. Als hieruit blijkt dat het geen verschil uitmaakt of je weeënremmers gebruikt of niet, zullen we zeker ons beleid aanpassen.

Hoe zit dat nu precies met de veiligheid, daar krijg ik van mijn cliënten toch veel vragen over.
Complicaties als gevolg van het uitwendig draaien van het kind zijn zeldzaam (minder dan 1%).Het risico van complicaties voor zowel moeder als kind bij een vaginale stuitbevalling of keizersnede is velen malen groter.

Voor ons staat voorop: samenwerking en een zo groot mogelijk succes.
Als dat betekent dat je dat in een bepaalde setting moet doen, dan doen we dat. Dat is voor ons denken vanuit de patiënt. De klinische setting met het vertrouwd gezicht van de verloskundige of gynaecoloog geeft de vrouwen over het algemeen een prettig gevoel.

In de verloskundigenpraktijk hebben we 1000 bevallingen per jaar en in het ziekenhuis ongeveer 2000. We doen zo’n 100 versies per jaar.

Wat zijn de toekomstplannen?
Wij willen zeker onze samenwerking verder optimaliseren en uitbreiden.
Zodat de uitwendige versie verricht wordt door ervaren en gemotiveerde zorgverleners.

Een gelukte versie bespaart de zwangere en haar partner de moeilijke keuze van vaginale stuitbevalling versus keizersnede en geeft ze de kans op die manier te bevallen zoals ze graag wensen.

(vlnr) gynaecoloog Richard Pal, verloskundige Loes Doomen, gynaecoloog Esther Timmerman en verloskundige Lian van Iersel